Más Bilbao..
Recente geschiedenis
Na het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog in 1936 werd Bilbao de hoofdstad van de Baskische regering, dat in het Hotel Carlton aan het Plaza Elíptica verbleef. Het Baskenland verzette zich hardnekkig tegen de Spaanse nationalistische opkomst van Francisco Franco. In opdracht van hem werd Bilbao dan ook gebombardeerd door de legers van Adolf Hitler en Benito Mussolini. Toen de nabijgelegen Baskische provincie Álava in fascistische handen kwam, werd Bilbao voorzien van een enorme verdedigingsmuur, de zogenaamde “Cinturón de Hierro” (ijzeren gordel). De ontwerper van deze muur verraadde de Basken echter een aantal maanden later door de bouwplannen aan het nationalistische leger te geven, zodat de stad toch kon worden veroverd.
Tijdens de Burgeroorlog richtte de Baskische regering in het geheim de “Ertzaña” op, de voorloper van het huidige Baskische politieorgaan “Ertzaintza”. Hun taak was het tegengaan van het Spaanse nationalisme en het gijzelen van zo veel mogelijk tegenstanders. Uiteindelijk leidde de oorlog in Bilbao tot een wanhoopsdaad, de zogenaamde “Slag van Artxanda”, waarbij de Basken hopeloos van de Spaanse troepen verloren, omdat zij simpelweg veel minder manschappen hadden. Vanaf dat moment viel heel Baskenland inclusief Bilbao onder de dictatuur van Francisco Franco en begon een zwarte periode van gedwongen isolatie en onderdrukking van de Baskische cultuur.
De stad kreeg in de jaren ’60 wederom te maken met ruimtegebrek, ditmaal echter in veel grotere mate. Een groot deel van de Baskische bevolking trok (gedwongen of niet) van het platteland naar de stad, waar razendsnel woonblokken zonder gas, licht of water werden gebouwd. In augustus 1983 werd Bilbao geteisterd door ernstige overstromingen, de aanleiding om de rivier Nervión deels om te leiden.
Na de ernstige economische crisis die de stad doormaakte in de jaren ’90 besloot men dat het tijd werd voor een nieuwe, modernere koers en dat Bilbao leefbaarder moest worden. De hoogtepunten van deze stadsvernieuwing waren de komst van de metro van Bilbao in 1995 en de Euskotren, het inmiddels vermaarde Guggenheimmuseum (in 1997) en het Palacio Euskalduna, een concert- en evenemtenhal. Buiten het centrum probeert men momenteel ook deze stadsvernieuwing voort te zetten, door het aanleggen van meer voetgangerspaden, parken, ondergrondse parkeerplaatsen en nieuwe sporthallen om zo het industriële karakter van Bilbao om te zetten in dat van een moderne stad, geschikt voor toerisme en recreatie.
Voor de toerist is de «Casco viejo» oftewel het oude centrum een zeer aangenaam gebied om rond te struinen. Gezellige barretjes en veel winkels. Vanuit het oude centrum loop je ook zo het moderne winkelgebied in en als je de rivier de Nervión volgt kom je bij het Guggenheim uit wat je al van verre kunt zien.